Oude foto’s en een fotospecialist!
De oudste gekende foto’s van Zepperen zijn portretten van notabelen. Burgemeester Frans Coart liet zich met zijn driekleursjerp fotograferen, waarschijnlijk in 1880 door hoffotograaf Ghémar in een reeks burgemeestersportretten bij gelegenheid van het halve eeuwfeest van België. Kasteelheer Charles de Pitteurs’ staatsieportret werd in 1883 afgedrukt in het tijdschrift van de Association belge de Photographie, waarvan hij stichtend lid was en zelfs voorzitter tussen 1880 en 1883. Hij publiceerde in dat tijdschrift trouwens technische artikels over de lichtgevoelige laag op fotoglas en vertaalde buitenlandse vakartikels naar het Frans. Jammer genoeg bleef van zijn ongetwijfeld interessante fotoexperimenten waarschijnlijk niets bewaard. Andere 19de-eeuwse opnamen over Zepperen zijn twee glasdia’s uit het fonds Govaerts en een familiekiekje van het gezin Lamme America-Maes in de Startelstraat, +-1899 (verzameling Feytons). De dia’s van Govaerts tonen de kerk zonder traptorentje, met lage torensteunberen en met smalle neogotische toreningang. Een waarschijnlijk bijhorende binnenzichtdia toont nog geen muurschilderingen, ontdekt in 1898, wat toelaat om de opnames voor dat jaar te plaatsen.
Gekende portretfotografen in Sint-Truiden omstreeks 1900 waren Hubert Blanckart (°1872) met zijn broer Auguste (°1878), de voorlopers van E. Robijns, en Gustave Ghuys, die uit Hasselt kwamen. Dorpsgenoot Martin Knapen (1868-1945), koetsier-chauffeur van baron Felix de Pitteurs, hanteerde al vroeg een fototoestel voor familiekiekjes. Oud-leraar “de professor” Gaspard Van Oirbeek (1853-1933) van Terstok nam omstreeks 1907 stereoscopische foto’s om via een speciale kijker een 3D-effect te kunnen bereiken. Hoe een amateurfotograaf op het plattenland werkte lees je in de getuigenis van Jos Graindourze uit Gutschoven, die tijdens de eerste wereldoorlog onder meer paspoortfoto’s begon te maken en vanaf 1921 ook filmvertoningen in de dorpen van de buurt organiseerde. Men kon maar niet begrijpen dat een ‘portret’ zo snel gemaakt was, of er nu één of tien mensen opstonden! Ontwikkelde platen moesten een paar minuten in de zon worden gezet met het fotopapier erachter gespannen. Jos deed dat tijdens zijn middagpauze bij zijn werkgever, de suikerfabriek van Hoepertingen. Enkele caféfoto’s uit Zepperen van net voor de eerste wereldoorlog tonen telkens een gezelschap in zondagskleren buiten rond de herbergtafel gezeten. Binnenopenamen, buiten de gespecialiseerde studio ten huize van de fotograaf, waren moeilijk. Dus ensceneerde men maar gezelligheid op straat. Het burgergezin van ’t Mesterke, Jozef Renaerts-De Fraipont, liet zich in 1916 fotograferen in de studio Strauven te Herk-de-Stad. De oudste klasfoto’s in openlucht met op het bordje het jaartal 1908 in krijt – en later ook 1914 en 1918 – werden gevolgd door een lange reeks schoolfotografie tot op heden. De kameelfoto’s uit de jaren vijftig en de retro-klasfoto’s uit 1985 zijn daarin een eigenaardigheid. Architect Clemens Trefois (°1894) stopte rond 1933 op zijn boerderijentocht door Vlaanderen ook in Zepperen en fotografeerde o.m. de Coemanswinning. Truienaar Achille Thijs (1903-1986) was fotojournalist en amateurhistoricus. Hij deed in de Zoutstraat aan “Industriëele- en reportage fotografie” en maakte onder meer de reeks over de inhuldiging van de betonweg in Zepperen in 1936. In het dorp was nooit een fotohandel of beroepsfotograaf actief. Jos Leemans (°Zepperen 1945), zoon van griffier Bèrke Leemans-Neven, baat nu in Herk-de-Stad wel een fotohandel uit. Hereboerdochter Leopoldine Gilissen (1912-2001) en secretariszoon Edouard Bonneux (1920-2002) konden in de tweede wereldoorlog enkele momenten vereeuwigen zoals de joodse vluchtelingen, de klokkenroof en de eerste Amerikaanse pantserwagen. Het Openluchtmuseum Bokrijk documenteerde in de jaren zeventig de demontage van de hoeves Neven en Fabry. In 1959 al had hun fotograaf de hoeve “de kinderen Minsen” vereeuwigd. De bekende “Miss Kodac” of juffrouw Aline Pieters (1887-1958) uit Sint-Truiden fotografeerde ook in Zepperen enkele lemen huizen na de oorlog. De jong gestorven Maurice Knuts (1944-1982) was een fotoamateur die feesten versloeg en reproducties maakte. In de jaren tachtig en negentig legden gespecialiseerde firma’s individuele gebouwen vast op luchtfoto. Die werden achteraf bij de bewoners aan huis vrij duur te koop aangeboden. Jos Lacroix, perscorrespondent van Het Volk en Het Belang van Limburg, fotografeert nu de gebeurtenissen van het dorp. Zijn sinds 2001 digitale opnamen vormen een boeiend modern archief van de Zepperse verenigingen. Het menselijk aspect komt hier meer aan bod dan het levenloze monument, straatbeeld, landschap of voorwerp. Zijn foto’s worden ook gebruikt voor de parochiale rubriek in Kerk en Leven. Andere digitale fotografen van evenementen zoals processie en kerstmarkt zijn omstreeks 2008 Jef Croughs, lokaal correspondent van Het Belang van Limburg, Jos Neven, fotoverzamelaar en vader van de uitbater van taverne Haspengouw, Dirk De Man en André Roebben. In mei 2008 maakte Vincent Merckx van Brussel professionele opnamen van de muurschilderingen voor een plaatwerk over Vlaanderen. Oswald Pauwels deed hem dat al voor, t.b.v. een artikel in het tijdschrift Monumenten & landschappen, nr. 3 van jaargang 12 (1993).